Iedereen kan behangen! En dit is hoe je dat doet
Voor het verwerken van dit behang heb je geen behangtafel nodig. Je brengt de lijm namelijk direct aan op de wand en brengt daar het behang op aan. Dit werkt snel en eenvoudig. Op deze manier kan iedereen behangen.


Stap 1 – Gefeliciteerd, je gaat beginnen
Je staat op het punt om te beginnen met behangen. Een goed begin is het halve werk, dus neem even de tijd om alles rustig uit te pakken en voor te bereiden. Haal het behang uit de koker(s) en bekijk goed de markeringen die op de rol zijn vermeld.
Elke koker bevat twee banen die aan elkaar vastzitten. Halverwege loopt een stippellijn: daar kun je de banen eenvoudig van elkaar losknippen. Bij elke baan staat boven en onder vermeld of het om baan 1/2 of 2/2 gaat – zo weet je precies welke banen bij elkaar horen en in welke volgorde je ze moet plakken.
Bij behang met een doorlopend patroon staat bovenaan elke baan aangegeven of het om A, B of C gaat. Door deze volgorde aan te houden, sluit het patroon straks perfect op elkaar aan.
Denk voor je begint na over waar je de eerste baan aanbrengt. Die bepaalt namelijk hoe het patroon over de muur valt. Begin bij voorkeur in een hoek of bij een raam en werk vandaaruit verder.

Stap 2 – Geen behangtafel nodig
Wat dit type behang zo prettig maakt, is dat je geen behangtafel nodig hebt. In plaats van lijm op het behang aan te brengen, smeer je de lijm direct op de wand. Dit werkt snel en schoon, en het scheelt ruimte en gedoe. Zodra de muur is ingesmeerd, kun je de behangbaan aanbrengen en voorzichtig op z’n plaats schuiven. Doordat je vanaf de muur werkt, heb je meer controle over de positie van het patroon, en kun je eenvoudiger corrigeren als het nét niet helemaal goed hangt.

Stap 3 – Tips voor een strak resultaat
Zorg ervoor dat de wand schoon, droog en glad is. Oneffenheden zie je vaak terug onder het behang, dus een goede voorbereiding van de ondergrond is essentieel. Begin altijd met een loodrechte lijn – bijvoorbeeld met een waterpas of een loodlijn, zodat de eerste baan perfect recht hangt. Als die eenmaal staat, volgen de volgende stroken vanzelf mooi in lijn.
Tijdens het aanbrengen is het belangrijk om het behang goed aan te drukken. Gebruik hiervoor een zachte roller of een spatel, zodat je luchtbellen en plooien kunt wegwerken. Eventuele lijmresten veeg je direct weg met een vochtige doek of spons. Snijd overtollige randen langs het plafond of de plint af met een scherp stanleymes, het liefst met een nieuw mesje, zodat je een nette snijlijn krijgt.
